Apporteersport met een Friese Stabij
Als de jachttraining je wel wat lijkt maar je maakt bezwaar tegen het gebruik van (dood) wild, dan is de apporteersport geknipt voor jou en je hond; dit is namelijk gebaseerd op de KNJV jachtproeven maar men traint uitsluitend met dummy's en houtblokken. Zoals bij alle takken van hondensport die de FHN organiseert, zijn alle soorten honden welkom op zowel de training, de diploma-dagen als de werkproeven, stamboomloze Stabijs kunnen dus ook tot en met het hoogste niveau meedraaien. De trainingen en wedstrijden vinden meestal op en rond de hondenschool plaats.
Wat leert je hond?
Je hond leert apporteren, volgen, op zijn plaats te blijven (zelfs als er interessante dingen om hem heen gebeuren) en dáár naar toe te gaan waar jij hem heen stuurt. Hij leert wanneer hij zijn neus moet volgen en wanneer hij naar jou moet luisteren. Na verloop van tijd (en veel trainen) leer je zelfs je hond op afstand te besturen!
Wanneer beginnen?
De meeste apporteercursussen laten honden toe die minimaal 9 maanden oud zijn. Maar als je serieus aan de slag wilt, is het handig als je je hond als pup al kennis laat maken met dummy's en houtblokken en hem laat wennen aan het geluid van het schot. Puppy-apporteersportcursussen worden bij mijn weten niet gegeven, maar algemene puppy- en gehoorzaamheidscursussen zijn aan te raden om een basis-appèl te vormen. Een pup leert makkelijk en snel en het is slim om daar gebruik van te maken. Onderaan deze pagina vind je een link naar boeken over puppy-jachttraining die je een uitstekende leidraad kunnen geven in de apporteer-opvoeding van je pup. Je kunt niet vroeg genoeg (spelenderwijs!) beginnen. Maar ook als je hond al iets ouder is kun je nog prima aan de slag, het kan dan iets meer moeite kosten om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen maar het resultaat hoeft er niet minder om te zijn.
Wat kun je bereiken?
Het eerste diploma dat je kunt behalen is het A-diploma. Vanaf je eerste poging om dit diploma te bemachtigen (of je het nu haalt of niet) kun je deelnemen aan de werkproeven; die bestaan uit 5 proeven waarbij je hond 2 of meer apporten binnen moet brengen. Na het A-diploma komt het B-diploma en het C-diploma. Haal je een diploma, dan moet je je bij werkproeven inschrijven in die betreffende klasse. Per seizoen wordt er een competitie opgezet waar je vanzelf aan mee doet als je 3 diplomadagen en 2 werkproeven hebt gelopen. Neem je aan meer wedstrijden deel, dan tellen je beste puntentotalen mee in de competitie.
Beschrijving
Hieronder een korte beschrijving van alle proeven die je op een diploma-dag tegen komt en die op de training in verschillende vormen langs zullen komen.
- A-diploma: minimaal het cijfer 6 te halen voor de proeven A t/m E
- B-diploma: minimaal het cijfer 6 te halen voor de proeven A t/m H
- C-diploma: minimaal het cijfer 6 te halen voor de proeven A t/m K
Proef A: Aangelijnd en los volgen
Je hond moet je zo'n 40 meter volgen. Het volgparcours is uitgezet in de vorm van een zandloper en kent twee binnenbochten en twee buitenbochten. Eerst mag dit aangelijnd, daarna onaangelijnd.
Proef B: Komen op bevel met verleiding
Je laat je hond achter en loopt zo'n 30 meter verder over een veld met allerlei verleidingen aan weerszijden van je pad (pluche beesten, bakken, lokduiven, ballen, parapluus, etc.). Op aangeven van de keurmeester draai je je om en roep je je hond bij je. Die moet zo snel mogelijk terug komen en de verleidingen geen blik waardig keuren.
Proef C: Houden van de aangewezen plaats
Je hond moet gedurende 2 minuten rustig op zijn plaats blijven terwijl je zelf uit zicht bent en je hond niet weet waar je gebleven bent.
Proef D: Apport te land
Op 30 meter afstand wordt met een schot (6mm alarmpistool) een apport opgegooid. Jij en je hond kunnen hem goed zien vallen en liggen. Na 3 seconden krijg je een teken van de keurmeester, waarna je hond het apport zo snel mogelijk binnen handbereik moet brengen.
Proef E: Apport over een hindernis
Je staat met je hond op ongeveer 3 meter van een dichte hindernis van 60 cm hoogte. Zo'n 30 meter daar achter wordt zichtbaar een apport opgegooid. Na een teken van de keurmeester moet je hond via de hoogtesprong (heen en terug) dat apport binnen handbereik brengen.
Foto gemaakt door Jan Derksen.
Proef F: Verloren apport te land
Er ligt een apport verstopt op een beperkt gebied (kunnen bossages zijn of een veld met kunstmatige obstakels), maar jij en je hond weten niet waar. Je hond moet hem gaan zoeken en binnen handbereik terugbrengen. Op het moment dat je hond uitgestuurd is trek je je terug op een plaats waar je hond je niet meer kan zien (schutting of natuurlijke afscherming). Als je hond het apport heeft opgenomen krijg je een teken dat je weer tevoorschijn mag komen.
Proef G: Markeerapport te land
Je hond zit zonder halsband of lijn naast je, ongeveer 60 meter verderop klinkt er een schot uit een 6mm alarmpistool en wordt er een apport opgegooid die jij en je hond wel kunnen zien vallen, maar niet kunnen zien liggen omdat er een (laag) obstakel voor ligt. Na zo'n 3 seconden geeft de keurmeester door middel van een tikje op je schouder het teken dat je je hond uit mag sturen. Vanaf dat moment mag je niets meer zeggen totdat je hond het apport heeft opgepakt. Het apport moet weer binnen handbereik worden teruggebracht. Je hond moet hier laten zien dat hij de valplaats heeft onthouden.
Proef H: Combinatie appèl en apport
Je hond moet zonder halsband of lijn, op een overzichtelijk terrein, naar een zo natuurlijk mogelijk gemarkeerd stoppunt worden gestuurd, op ongeveer 30 meter afstand. Binnen een afstand van 2 à 3 meter van dat stoppunt moet je je hond laten zitten. Hierna wordt er op 10 meter afstand (haaks op de inzetplaats) een schot gelost met een 6mm alarmpistool en een apport opgegooid. Je hond moet eerst op jouw commando in een rechte lijn vóór je komen, vervolgens mag je je hond het apport op laten halen.
Proef I: Dirigeerproef te land
Je staat met je onaangelijnde hond op een overzichtelijk stuk terrein. Je moet je hond naar een door de keurmeester bepaalde plaats dirigeren, zo'n 60 meter verderop (zo natuurlijk mogelijk gemarkeerd). Van daar uit moet je hond naar links of rechts worden gestuurd want daar ligt (onzichtbaar), op ongeveer 30 meter afstand van de stopplaats, een apport dat je hond weer binnen je handbereik moet brengen.
Foto's gemaakt door Sabrina Adriaansen.
Proef J: Apporteren vanuit linie
Op maximaal 50 meter vanaf de waterkant moet je hond, los volgend, samen met minimaal 2 andere combinaties, op één rechte lijn in de richting lopen die de keurmeester aangeeft. Na ± 20 meter wordt op aanwijzing van de keurmeester door een helper een schot van een dummylauncher of een 9 mm startpistool gegeven waarna de combinaties halt houden. Je hond moet uit zichzelf of na maximaal één commando halthouden. Vervolgens wordt er een apport in het water geworpen. De keurmeester geeft aan dat alle combinaties in linie verder moeten lopen en na 10 meter links- of rechtsomkeer moeten maken en teruglopen naar het beginpunt waar weer links- of rechtsomkeer moet worden gemaakt en halt gehouden. Op aangeven van de keurmeester mag één geleider zijn hond uitsturen om het apport te halen, de rest moet rustiig op post blijven. Hierna wordt er van plaats gewisseld en start het circus opnieuw, tot alle honden geweest zijn.
Proef K: Apport over water
Je staat met je onaangelijnde hond op ongeveer 3 meter van een water. Je hond moet een apport gaan halen dat aan de overkant ligt op zo'n 30 meter afstand van de inzetplaats. Jij noch je hond weten waar dat apport ligt. Je hond moet zwemmend naar de overkant, het apport zoeken en binnenbrengen. Het water kan een sloot zijn, maar ook een kunstmatige aangelegde waterbak.
De werkproeven zijn altijd anders en bevatten dus verrassingselementen. Zij bestaan uit 5 proeven waarin 2 of meerdere apporten binnen gebracht moeten worden.
Handige links:
Federatie Hondensport Nederland:
Hier vind je links naar hondenscholen die cursussen apporteersport geven, een wedstrijdagenda, reglementen en uitslagen.