Bewondering
Het busje met werklui parkeert in de straat waar ik met de honden doorheen loop op mijn uitlaatronde. Een meneer stapt uit en stopt in zijn beweging als hij ons ziet. "Oh, stabijtjes!", roept hij, en dan met een bewonderende blik: "Wat een móóie honden!" Als antwoord geef ik hem een stralende lach, die hij niet ziet omdat hij nog steeds in adoratie naar Meiske en Toet staart. Hij trekt zijn blik van de dames los en vraagt: "Ze zijn nog jong zeker?" "Niet echt," zeg ik in het voorbijgaan vriendelijk "bijna zes en acht jaar oud." Hij kijkt nog eens waarderend naar de honden, "Dat zou je niet zeggen ... wow!" "Dank u.", antwoord ik. En terwijl hij de dames appreciërend nastaart bevestigt hij voor zichzelf nog eens wat hij ervan vindt: "Prachtig!"
Ik ben met een grote glimlach om mijn mond verder gelopen