Lekker
Zaterdagmorgen kom ik beneden.
Man: Er ligt een worstenbroodje voor je.
Ik: Lekker! Waar?
Man: Op het aanrecht.
Ik kijk op het aanrecht: Nee, daar ligt'ie niet.
Man: In de koelkast dan.
Ik kijk in de koelkast: Nee, daar ligt'ie niet.
Man: In de la?
Ik kijk in de la: Nee, daar ligt'ie niet.
Man: ... Eh, ik ben daarnet wel even weg geweest ...
Tegelijk kijken we automatisch naar de hondenmand, waar een leeg plastic zakje onze vermoedens bevestigt. Meiske ligt er - vanzelfsprekend volkomen onschuldig kijkend - naast!
Ik: Hoeveel zaten er nog in?
Man: Nog 5 of 6 ...
Je snapt dat ze van mij geen ontbijt meer heeft gekregen. Vond ze niet eens erg.